In 2018 publiceerde TNO een rapport over de decarbonisatieopgaaf van de industrie in verscheidene EU-lidstaten. Per land verschillen de opgaaf, mogelijke oplossingen en ook de kosten. De Nederlandse industrie is sterk afhankelijk van de export.  In 2015 was ruim 70% van de 73 miljard aan toegevoegde waarde export gerelateerd. De belangrijkste exportlanden zijn Duitsland, België, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Omdat de Nederlandse industriële bedrijven sterk afhankelijk zijn van inkomsten uit export is het belangrijk dat de decarbonisatie in deze sector gebeurt op een wijze die de internationale concurrentiepositie van deze bedrijven niet nadelig beïnvloedt.  Dit rapport beoogt een overzicht te geven van de voortgang en concrete uitwerking van het nationale klimaatbeleid in een aantal EU landen, met een specifieke nadruk op de kansen en risico’s van de sector industrie bij een forse industriële decarbonisatie.

Het rapport concludeert dat in Duitsland, Frankrijk en het VK het klimaatbeleid verder is ontwikkeld dan in Nederland en dat er in die landen een meer concrete visie bestaat over hoe de klimaatdoelstellingen gerealiseerd gaan worden en wat de consequenties op lange termijn zijn voor de sector industrie. De Nederlandse industrie kent wat dat betreft grotere onzekerheden en zit daardoor in een relatief ongunstige uitgangspositie in vergelijking met deze landen.  Rapport TNO-2018-M11185